Niet lang na mijn afstuderen als docent viel ik wat uren in op een VMBO school. Die dag zou ik lesgeven in de onderbouw over non-verbale communicatie en ter voorbereiding had ik hiervoor een stokpop meegenomen. Dit poppetje, met een hoofdje van fimo-klei en 2 handjes op stokjes had ik onlangs gekocht in Frankrijk en het was me dierbaar. Met dit poppetje kon ik gemakkelijke voorbeelden laten zien zoals onder andere; gapen, dag zwaaien, in de verte turen, krabben wegens jeuk, een scheetje wegwuiven en nog veel meer. Het was de leerlingen snel duidelijk dat je kunt communiceren met je lijf en we gingen verder met andere mogelijkheden van non-verbale signalen. Eén jongen vooraan echter bleef strak naar mijn pop kijken. Zijn interesse ging niet uit naar richtingaanwijzers en stoplichten… hij was in hele andere dingen geïnteresseerd.

Na de uitleg, waarbij ik hem tot twee keer toe gemaand had vooral toch ‘mee’ te doen stelde hij me de vraag die hem al enige tijd bezighield; “juf, mag ik die pop vasthouden?” Ik griezelde bij de gedachte. Deze jongen had geen vriendjes en zijn boek zag eruit alsof zijn hond hem als kluif had beschouwd. Zijn werkstukken werden smoezelig ingeleverd, waren gescheurd of kwijtgeraakt. Hij was onhandig en liet alles uit zijn handen vallen.  En in de keuken was hij een gevaar en had vlam in de pan gehad en tot twee keer toe een handdoek in de fik gezet. Zijn vingernagels waren afgebeten en zwart….
En juist déze jongen,  die wilde mijn stokpop vasthouden. …

Ik dacht kort na, haalde adem, bedacht me dat ‘een kapotte pop’ niet het einde van de wereld betekende en gaf hem met een grote glimlach de stokpop. Daarna haastte ik me naar de achterkant van de klas, zodat ik niet zag wat hij ermee ging doen. Ik kon de confrontatie niet aan. Maar terwijl ik door het gangpad liep hoorde ik gegniffel. En vervolgens zijn eigenaardige rare harde lach. Ik zag leerlingen opkijken, elkaar aanstoten en lachen… Ik stond stil, draaide me verwonderd om en zag mijn leerling, vol trots met de pop in zijn handen, voor het eerst in zijn 14-jarige bestaan, contact maken met anderen op een manier dat zij hem begrepen.

Ik werd stil. Ik hurkte neer en vanaf ooghoogte bekeek ik het schouwspel zoals alle leerlingen het op dat moment in de klas ervoeren. Nederig bedacht ik me dat ik hem deze ervaring bijna niet gegund zou hebben. Het was een magisch moment waarin we allen ervoeren wat ‘contact’ werkelijk voor iemand kan betekenen. Tot op de dag van vandaag is ben ik mijn leerling dankbaar voor de les die hij me die dag leerde!