Terwijl ik de trap op loop stuiven er een stuk of zes leerlingen uit elkaar. Nog net zie ik hoe er één een zwiep met zijn schooltas geeft richting de benen van zijn klasgenoot. Eenmaal de hoek om zie ik in de gang bijna 25 tieners zich verzamelen voor de deur van hun lokaal. Ik loop erlangs af, mijn lokaal is wat verderop en ondertussen hoor ik twee meiden elkaar uitmaken voor ’trut’ en ‘egoïst’ en zie ik vier jongens die over en weer lopen te trekken en te duwen.

Inmiddels passeer ik de volgende klassendeur. Ook hier tieners die elkaar de ruimte uitvechten en ik word bijna pootje gelapt omdat zowel ik als degene die dit gedrag veroorzaakte niet oplette op de jongen die net voor me wegdook, degene waarvoor dit gebaar eigenlijk bedoelt was.

Eenmaal voor mijn lokaal baan ik een pad naar de deur om deze te openen. De afspraak is dat de leerlingen het lokaal niet in mogen zonder toezicht omdat ze zich anders niet kunnen gedragen. Als ik zo rondkijk op de gang en tegelijkertijd voel hoe een leerling door een andere tegen me aangeduwd wordt dan snap ik dat wel. Ik kijk voorbij de leerling die ik net opving en zie een stel ogen me verontschuldigend aankijken; sorry juf, ik wilde hém wel duwen, maar het was niet voor jou bedoelt…

Langzaam loop ik naar binnen en blijf binnen bij de deuropening staan. Alle leerlingen geef ik even aandacht, een blik, een knikje, een hand, een kort gesprek met die leerling die de andere uitmaakte voor eikel, en ook een woord voor degene die net deed alsof hij z’n kauwgom in het haar van het meisje voor hem wilde gaan wrijven. Dát vind ik geen grapjes. Óók niet voor de nep.

Het raakt me, dit gedrag ‘doet’ iets met me
In de docentenkamer spreek ik erover met mijn collega’s en ze herkennen het gedrag in grote getale. Maar ik hoorde hen ook zeggen: ‘joh, doe niet zo moeilijk, dit is gewoon tienergedrag.’ In tegenstelling tot wat ik hoopte te horen deden vele collega’s het af met ‘normaal’ en ik hoorde dingen als ‘ach, maak je niet zo druk’ en zelfs ‘er gebeurd toch niets ergs?’

Ik voelde dat ze me een beter gevoel wilden geven over deze situatie maar ik voelde me er alleen maar slechter onder. Met een kop koffie liep ik de gang op. Ik had behoefte aan stilte zodat ik mijn gevoelens en gedachten weer in lijn kon brengen. Ik bedacht me dat veel van wat we zien gebeuren, we ervaren als normaal. Maar niet alles wat vaak voorkomt is daardoor per definitie ook goed. Ik wil niet iemand zijn die alleen de excessen aanpakt in klier en pestgedrag. Ik kan niet bepalen voor een ander wanneer deze iets nog leuk en niet leuk vind. Ik kan alleen voor mezelf bepalen dat ik geen enkel kind tekort wil doen. Óók niet doordat ik weg heb gekeken in een ‘normale’ situatie die helemaal niet leuk bleek te zijn.

Hoe ik omga met wat ik zie is mijn eigen keuze
De eerstvolgende keer in mijn klas bespreek ik het thema. We bespraken de grens tussen klieren en pesten en hoe moeilijk het is voor mij als docent het verschil ertussen te zien. Achterin de klas zat Gino, een beetje onderuit op zijn stoel. Hij stak langzaam zijn vinger op en zei: ‘juf, weet je wat het is? Als we bij jou in de klas zijn dan snappen we dat wel, en we voelen dat jij het meent. Dus willen we er best rekening mee houden en ons wat respectvoller gedragen. Maar als ik eerlijk ben dan houd dan gedrag op als we de gang op gaan, want de rest van jouw collega’s juf, die vind het wel normaal dat we ons zo gedragen. Niks ten nadele van jou, maar ik denk niet dat het iets uithaalt…’ En daarmee liet hij mij verbouwereerd achter.

Ik had geen antwoord op zijn stelling, geen ingang bij mijn collega’s en geen mogelijkheid iets in school te veranderen. Verandering en innovatie op grote schaal begint bij het willen zien van een verbetering. Maar ik ben blij dat ik dit anders zie, en in kleine kring mijn eigen gedrag daarop kan aanpassen en daarmee voor mijn leerlingen een veilige plek kan creëren. Ook al verander ik dan geen hele school, hopelijk doe ik het bij de kleine kring waar ik me in het klaslokaal in bevind. Om zo het veilige plekje te creëren, een plek waarvan ik vind dat elke leerling er recht op heeft.