“Juf” zei een VMBO-leerling tegen me, “wij zijn allemaal afstromers, je kunt wel tegen ons zeggen dat we goed ons best moeten doen, maar we geloven niet meer dat we goed kunnen leren…”

De leerling die dit vertelde was afkomstig, zoals ruim 90% van deze klas, van een hogere leerweg en had het daar niet gered. Niet omdat ze het verstandelijk niet aankonden, maar wegens vele andere problemen. Vaak omdat ze niet goed hadden ‘leren-leren’, soms omdat er thuis een lastige privé-situatie speelde of ze gewoonweg geen rustige werkplek hadden. Hier was het jaar ervoor echt wel met ze over gesproken. Er werd verteld ‘dat ze nu echt moesten laten zien dat ze het konden’, maar de leerlingen waren hier niet toe in staat geweest en nu zaten ze bij mij, gelovend dat ze niet konden leren, niets voorstelden of niets waard waren.

Het gedrag dat gepaard ging met hun overtuigingen was dat veel leerlingen ‘passief’ waren tijdens de les en weinig tot geen huiswerk maakten. Zaken werden niet (op tijd) ingeleverd, smoesjes verzonnen en meer dan de helft van de klas stond op zitten blijven rondom de kerst…

De vergadering die volgde loog er niet om. 
Het was een ‘moeilijke klas’. De beslissing om de externe instromers bij elkaar te zetten was fout geweest. Dat moest volgend jaar zeker anders, want als een leerling omringt wordt door anderen die wél het goede voorbeeld geven dan gaat het als vanzelf stukken beter. Het was een makkelijke brug geweest om de vergadering hier te stoppen en niet verder te kijken. Dat deden we echter niet. We wilden de leerlingen waar het om ging zoveel mogelijk meegeven in het halve schooljaar dat ons restte… Ieder voor ons stelde zichzelf de vraag: ‘Wat kan ik doen?” We waren het er al snel over eens en sloegen de handen ineen. We besloten de leerlingen te wijzen op hun kwaliteiten en om te leren vragen wat ze nodig hadden!

In de schoolweken die volgden waren er vele individuele gesprekken (met name uitgevoerd door 2 zeer betrokken mentoren) en kleine momentjes tijdens de les. Er werd gezocht naar interne motivatie; hoe zagen ze hun toekomst en wat was er nodig om dat te bereiken? Er werd de leerlingen ook verteld wat dat ze heel veel kwaliteiten hadden, maar dat ze op een bepaald punt gewoon nog wat te leren hadden. Dat ze oké waren, ook als ze een onvoldoende haalden…

Leerlingen die gegeven kansen niet leken te benutten werden aangemoedigd om ‘op te komen dagen‘ en zich op die momenten volledig in te gaan zetten, met begeleiding en aanmoediging aan hun zijde. Niet nablijven als straf, maar nablijven ter begeleiding en ondersteuning.

Ik besloot daarnaast, in overleg met de mentoren, om een deel van mijn lestijd in te ruilen voor lessen in ‘leren leren’ en ‘omgaan met faalangst’. Dit kon omdat de leerlingen slim genoeg waren om het programma in minder tijd te doorlopen. Het maakte gelijk ook de band met de leerlingen steviger, en ik kon teruggrijpen tijdens moeilijke momenten op de ‘theorie’ die ik ze had geleerd, buiten het vak om.

De leerlingen openden zichzelf, spraken over ‘waarom’ ze er moeilijk in slaagden om aan het systeem te voldoen. Durfden om hulp te gaan vragen. Hielpen en ondersteunden elkaar. In de loop van het jaar werden ze dapper genoeg om zichzelf te gaan accepteren. Ze konden aangeven wat ze nodig hadden in het onderwijs om te slagen. En gingen actief met zichzelf aan de slag.

Trots!
Niet allemaal hebben ze het jaar gehaald, wel hebben ze veel geleerd in die laatste maanden, met name over zichzelf. Ik ben trots op hen, mijzelf en mijn collega’s voor de prestatie die hier was neergezet! Een intensieve taak, uitgevoerd door mensen die voldoende bagage hadden om het uit te voeren. Mijn leerlingen zie ik als ongelofelijk moedig vanwege de persoonlijke ontwikkeling welke ze aan durfden te gaan. En mijn collega’s ‘hebben het niet opgegeven’ op het moment dat de klas als ‘moeilijk’ betiteld werd. Ze hebben gekeken naar wat er nodig was binnen het groepsproces en de individuele ontwikkeling van de leerlingen en zijn daar actief mee aan de slag gegaan.

En weet je? Er is nog veel meer gewonnen. De betrokkene docenten hebben veel geleerd van het begeleidingsproces. In de toekomst zal het veel gemakkelijker zijn om ‘afstromers’ op te vangen. Kan men beter inschatten wat het betekend voor de individuen die het betreft. Zullen leerlingen eerder de hulp krijgen die ze nodig hebben.

Je kunt zoveel leren van moeilijke momenten… koester ze daarom!