Luisteren kun je op drie niveaus. De keus die je hierin maakt, hangt af van je eigen ontwikkeling, maar ook van de keuzes die je maakt, op ieder moment wéér. Ik beschrijf een situatie, na afloop van de les. Een leerling komt nog even naar je toe. En hoewel je graag praat met je leerlingen – daarom ben je onder andere docent geworden – heb je daar dus eigenlijk geen tijd voor. Het gevaar bestaat dat je, onder tijdsdruk, oppervlakkig ‘scant’ of er een probleem is dat je met simpel advies op kunt lossen. Maar het kan ook anders.
Mijn blog: Praten met de leerling: ‘Wat is jouw voorkeursniveau van luisteren?’
Je les is afgelopen en je weet dat je 15 minuten pauze hebt voordat je weer de volgende klas voor je neus hebt zitten. In de tussentijd mag je je tas inpakken, het lokaal inspecteren of het netjes is achtergelaten (die leerlingen zouden nu inmiddels toch wel moeten weten dat de stoel aangeschoven hoort te worden en de propjes niet onder de tafel, maar in de prullenbak horen), koffie te tappen, een praatje te maken en naar een nieuw lokaal te lopen. Op dat moment verschijnt er een mentorleerling voor je neus…
En hoewel je graag praat met je leerlingen (daarom ben je onder andere docent geworden), heb je daar dus eigenlijk geen tijd voor… nu niet althans….
‘Heel herkenbaar!’ is de uitspraak van vele collega’s in het voortgezet onderwijs toen ik deze situatie schetste. De leerling die voor je neus staat, is daar echter niet zomaar. Die wil iets vertellen, iets delen, je meenemen in zijn of haar wereld. Het gevaar bestaat dat je, onder tijdsdruk, oppervlakkig ‘scant’ of er een probleem is dat je met simpel advies op kunt lossen. Bij voorkeur met stappenplan en concrete acties. De ander hoeft het enkel nog maar uit te voeren. ‘Weer een tevreden leerling’ denk je dan.
Het kan ook anders.
Hoewel het je een goed gevoel kan geven dat je toch maar mooi al die problemen weet op te lossen, kun je veel verder komen in je communicatie met leerlingen. Niet alleen als leerlingen naar je toe komen, maar ook bij problemen als lage motivatie, huiswerkproblemen of gedrag dat niet door de beugel kan. Er werd geen werkelijk gesprek gevoerd.
Wie heeft er een probleem?
Hoe ziet dit eruit?
Wat gaat er gebeuren als je op deze manier doorgaat?
Wat moet er gebeuren om dingen te veranderen?
Wat ga je daarvoor doen en hoe kan ik je helpen?
Luisteren kun je op drie niveau’s. De keus die je hierin maakt hangt af van je eigen ontwikkeling, maar ook van de keuzes die je maakt op een gegeven moment. Kort omschreven zijn deze:
Niveau 1: Luisteren met de aandacht gericht op jezelf.
In plaats van luisteren naar de leerling en probeert te begrijpen wat het probleem precies is, ben je bezig met het zoeken naar een oplossing. Je luistert naar herkenningspunten in het verhaal en vergelijkt die met eerdere situaties die je aan de hand hebt gehad. De kans bestaat dat je de ander onderbreekt in het verhaal en in plaats van vragen te stellen geef je snelle oplossingen en tips. Het luisteren is oppervlakkig. Je houdt alleen de grote lijn van het gesprek in de gaten en laat de details niet tot je doordringen. Achteraf heb je weinig onthouden van wat er gezegd werd.
Niveau 2: Luisteren met de aandacht gericht op de ander.
Je bent als mentor je bewust van wat er bij die ander speelt, je bent je bewust van emoties en non-verbale communicatie. Je kunt je inleven in je leerling. Op dit niveau blijf je vragen stellen omdat je wilt begrijpen waar het bij de ander om gaat. Op de antwoorden die je krijgt vraag je vervolgens weer door. Hier valt voor een drukke mentor al een heleboel winst te behalen, desnoods op een later moment in de dag of week. Bedenk dat een leerling soms alleen maar zijn verhaal kwijt wil. Als iemand met een probleem komt aanzetten weet hij vaak zelf de oplossing al. Draag dus niet zelf direct oplossingen aan, maar geef de ander de ruimte zijn verhaal te vertellen en vraag hoe hij ermee verder wil. Het luisteren is erg inhoudelijk. Je let op de feitelijkheden in het verhaal en je stelt feitelijke vragen waarop een concreet antwoord komt. Zo’n conversatie kan voor een praktisch doel heel effectief zijn, maar het is belangrijk om te onthouden dat je op deze manier nog geen bang opbouwt met je leerling.
Niveau 3: Luisteren, in volle aanwezigheid van jezelf, de ander en de omgeving
Op dit niveau heb je ook aandacht voor de onderstroom. Je bent je bewust van de impact die jij hebt op de ander en ook de impact die de ander op jou heeft. Je luistert niet enkel naar de woorden van je leerling maar luistert als het ware tussen de regels door. Wat is de werkelijke vraag van deze leerling? Wat is er nodig? Wat heeft hij of zij te leren? Door dit soort zaken te ontdekken én uit te spreken komt er verdieping in het gesprek. De leerling wordt zich bewuster waar het voor hem of haar écht om gaat. Het luisteren is empathisch. Op deze manier kun je tot de kern van de zaak doordringen en toon je respect voor je leerling.Een overweging tot slot:
Integere mentoren luisteren niet alleen naar zichzelf, maar investeren ook in het luisteren naar hun leerlingen. Echt luisteren. Wat gaat er in de relatie met je leerlingen gebeuren als je bovenstaande in de praktijk gaat inzetten? Hoe verandert dat de effectiviteit, de productiviteit, de sfeer en de samenwerking binnen de klas? Een interessante vraag. Maar nóg interessanter om in de praktijk mee aan de slag te gaan.
Wat is jouw voorkeursniveau van luisteren?