Toegepaste improvisatie is het toepassen van de principes uit improvisatietheater op zakelijk gebied of in het dagelijks leven. Dit zijn principes als veranderingen verwelkomen, open staan voor anderen, voor nieuwe situaties, op elkaar durven vertrouwen, leren van fouten, écht contact maken met je gesprekspartner en met een positieve houding naar situaties kijken… voor improvisatietheateracteurs is dit alles vanzelfsprekend. Zij hebben geleerd om echt in het moment te zijn en daar (soms) gewoonweg te dóén.
Nu blijken deze uitgangspunten van improvisatietheater ook buiten het theater van meerwaarde te zijn, bijvoorbeeld voor het stimuleren van creativiteit, persoonlijke ontwikkeling, leiderschapsontwikkeling en teambuilding. Het wordt daarom steeds meer toegepast binnen het bedrijfsleven, organisaties, onderwijsinstellingen en allerhande instituten. Binnen toegepaste improvisatie worden dwarsverbanden gelegd tussen verschillende disciplines en raakvlakken onderkend en ingezet, tussen bijvoorbeeld persoonlijkheidspsychologie, neurobiologie, sociologie, mindfulness, communicatievaardigheden en non-dualiteit.
Toepassing buiten het theater
De wereld verandert steeds sneller en wordt complexer. De techniek en maatschappij ontwikkelen zo snel dat we lang niet alles meer bijhouden. Ons improvisatievermogen wordt steeds noodzakelijker, ook op de werkvloer. Het is een vaardigheid die je leert met veranderingen om te gaan, zodat je wel die kansen kunt grijpen zodra ze zich voordoen. Improvisatie betekent ‘ter plekke bedenken, zonder vooropgezet plan’. Dit betekent accepteren wat er is en daarop voortbouwen.
Flexibele organisaties, die goed kunnen improviseren, zijn succesvol ongeacht de economie. Al sinds de jaren ’50 worden improvisatieoefeningen en -methodieken dan ook wereldwijd toegepast in de top van het bedrijfsleven én wordt het actief getraind in MBA scholen.
Maar improvisatietechnieken worden niet alleen ingezet in het bedrijfsleven om de communicatie te verbeteren, beter samen te werken en flexibiliteit te vergroten. Toegepaste improvisatie helpt mensen en verbetert levens in een breed scala van contexten. Docenten zien bijvoorbeeld verbeterde prestaties in de klas. En therapeuten zien positieve resultaten, vooral bij de behandeling van angstgevoelens. Het zijn deze laatste manieren van werken waar mijn persoonlijke interesse lange tijd naar uit is gegaan.
De interne criticus wordt wat stiller
Tijdens improvisatie, tijdens het aangaan van het spannende onbekende waarbij zómaar iets gebeurd, blijkt volgens onderzoek de activiteit in de dorsolaterale prefrontale cortex af te nemen en neemt de activiteit in de mediale prefrontale cortex tegelijkertijd toe. Die eerste is als de interne criticus, hij fungeert als het ware als de stem in je hoofd die zegt ‘wat gebeurt er als je het niet goed doet? of ‘Zeg dat niet!’ Dit DLFPC houdt zich bezig met planning en hoger aspecten van gecontroleerd gedrag (zoals executieve functies) en het ‘monitoren’ van gedrag waardoor ongewenst gedrag onderdrukt kan worden. Het is alsof je in je hoofd continue afwegingslijstjes maakt wat wél kan en/of moet daar actief je gedrag op bijstuurt. Je bént niet alleen zelfkritisch maar het lukt je ook nog eens om daar sterk perfectionistisch mee om te gaan zeg maar. Hoe fantastisch is het dat we de middels toegepaste improvisatie die interne criticus zo wat tot rust kunnen laten komen!
De mediale prefrontale cortex wordt geassocieerd met taal en creativiteit, dus het is logisch dat wanneer we ons hierop concentreren en toeleggen de activiteit in dit deel van het brein toeneemt. Het is hiervoor wel nodig dat je je focust op de details van hetgeen zich mag ontvouwen in het hier en nu. Of dit nu iets is wat je medespelers doen of zeggen, of een woord dat je zelf mag ‘invoegen’ in wat je schrijft. Het maakt niet zoveel uit. Wat wél belangrijk is, is dat je beseft dat je niet zomaar iets doet. Je hebt een parameter, een principe dat je mag volgen, een vorm die je op dat moment aanneemt in je ‘spel’. De focus op hetgeen je doet kalmeert blijkbaar de innerlijke criticus en maakt de mediale prefrontale cortex vrij om creatief en ongeremd te zijn.
Wat er dan gebeurt is dat je op het moment zelf even helemaal opgaat in wat er gebeurd. Je dorsolaterale prefrontale cortex wordt zo inactief dat je gewoon doet wat je doet op dat moment en je achteraf ook niet altijd herinneringen hebt van wat er precies is gebeurd. Alsof de tijd is omgevlogen. Je interne criticus en rechter zijn gevoelsmatig even op vakantie, waardoor je je ook niet alles meer kunt herinneren wat er op dat moment gebeurd. Het voelt als ‘flow’. Mihaly Csikszentmihalyi beschrijft flow als de toestand waarin mensen dermate betrokken zijn bij een activiteit dat ze alles om hen heen vergeten. Deze ervaring is zo positief dat het de moeite waard is om deze te herhalen zonder de noodzaak van een externe beloning. Precies de reden waarom mensen oefeningen soms ‘eng’ vinden vooraf maar ze later graag opnieuw willen doen.
Voordelen van toegepaste improvisatie
Wanneer je in actie komt, kom je tot de kern. Er is geen rookgordijn meer van verhalen of rationele constructies. You just ‘cut the crap’. Ziet waar het echt om gaat. In de actie ontdek je waar je blokkades zitten en hoe je die kunt omzetten in mogelijkheden. Met improvisatie maak je kennis met het plezier en de energie die ontstaan wanneer iedereen ‘ja’ zegt tegen alles wat is. Het laat datgene wat jij de ander wilt meegeven op een laagdrempelige manier aan bod komen, in een veilige theatrale zandbak. En met resultaat, die verder gaat dan enkel inspiratie.
Toegepaste improvisatie bevordert flexibiliteit, onbevangenheid, spontaniteit en weerbaarheid. Dit gaat automatisch. Niet alleen door de koppeling te bespreken tussen oefeningen en het dagelijkse leven, waardoor je met een heldere, theoretische onderbouwing in staat bent op een diep niveau te leren en je ontwikkeling te zien. Maar vooral doordat je het doet. Het ervaart.
De vaardigheden die bij improvisatie belangrijk zijn; aandacht en luisteren, samenwerken en creëren lijken de mogelijkheden om improvisatie toe te passen op diverse levensgebieden bijna onbegrensd. Het stimuleert immers de creativiteit, innovatie en het potentieel. Daarom kan het ingezet worden in de (geestelijke) gezondheidszorg, therapie, onderwijs, maatschappelijk werk. Maar ook in business en de technologie, niet enkel in start-ups maar overal waar duidelijke communicatie en samenwerking van belang is.
We improviseren de hele dag
Veel mensen denken bij improvisatie aan gevatheid en humor. Daardoor denken ze wellicht dat het niets voor hen is, dat ze ‘het niet kunnen’ of dat ze ‘dichtklappen’. Maar hoewel het helpt als je snel kunt denken en schakelen is dit ‘by far’ niet het belangrijkste. Er is niet iets wat je moet kunnen. Het gaat namelijk om gaat is de manier waarop jij je eigen creativiteit kunt aanspreken en versterken. Dat is waar het gebeurt. En wanneer positiviteit, teamwerk en spontaniteit daarin ook belangrijk zijn bieden improvisatietechnieken een routekaart die we kunnen volgen om onze doelen te bereiken en te worden wie we willen zijn.
We improviseren de hele dag door: we bedenken nieuwe ideeën, veranderen onze plannen als de dag net wat anders loopt en luisteren en kijken goed naar de ander om te communiceren. De momenten waarop je het meest succesvol hierin bent zijn de momenten waarin je ontspant. De momenten waarop je lekker jezelf bent. Kunt werken met wat er op dat moment gebeurt. Wegblijft van concepten in je hoofd en aansluit bij wat er op dat moment nodig is.
In mijn opleidingen ga ik graag nog een stap verder.
Toegepaste improvisatie, zoals hierboven geschreven, richt zich op het toepassen van improvisatietechnieken en -principes in specifieke contexten, zoals het bedrijfsleven, het onderwijs of de gezondheidszorg. Het gaat om het gebruiken van improvisatie als een praktische vaardigheid om specifieke doelen te bereiken, zoals het verbeteren van communicatie, teambuilding, persoonlijke ontwikkeling of creativiteit. Deze benadering is duaal omdat het uitgaat van de scheiding tussen de persoon die de improvisatietechnieken toepast en de omgeving waarin deze worden gebruikt.
Ik richt me sinds 2019 op nonduale playfulness en leidt hier ook Vakspecialisten in op. Improvisatie in deze vorm richt zich niet op het bereiken van specifieke doelen, of het verminderen van bepaalde gevoelens, maar om het ontwikkelen van een bewustzijn dat verder gaat dan het ego en de dualiteit van het denken. Het gaat om het ervaren van het moment en het laten ontstaan van improvisatie vanuit een plek van openheid en aanwezigheid. Hierbij is er geen scheiding tussen de persoon en de omgeving waarin de improvisatie plaatsvindt. Non-duale improvisatie gaat dus niet zozeer om het toepassen van improvisatietechnieken in specifieke contexten, maar om het ontwikkelen van een dieper bewustzijn dat doorwerkt in alle aspecten van het leven.