‘Als een robot je een glas water geeft, zeg je dan dankjewel?’ Dat vroeg auteur Ian Gilbert bij het symposium Education of the heart. ‘Huh?’ uitte een dame in het publiek, toen 75 procent ‘ja’ antwoordde. Het bracht Xandra van Hooff bij een andere bijeenkomst, waarbij zíj de minderheid was: ‘Ineens begreep ik haar. Wat je niet voelt of ervaart, kun je niet begrijpen. Ondanks onze verschillen voelde ik me verbonden met haar. Zó zou ons onderwijs moeten zijn, opdat we in elke les onszelf én de ander een beetje beter gaan begrijpen!’
Een van de meest interactieve keynotes tijdens het onderwijssymposium ‘Education of the heart’ was van Ian Gilbert, auteur van o.a. Why do I need a teacher when I’ve got Google? Hij legde zijn publiek een aantal ‘thunks’ voor. De kortste, vrolijkste omschrijving die hij voor een ‘thunk’ gebruikt is: a question that makes your brain go ouch! Iets langer is een thunk een schijnbaar simpele vraag over alledaagse dingen, die je doet stilstaan en op een nieuwe manier laat kijken naar de wereld om je heen. Eén van de vragen die hij stelde maakte veel in mij los, niet zozeer vanwege de vraag maar meer vanwege hetgeen er daarna gebeurde.
Dankbaarheid als intern proces
De vraag die hij stelde was simpel: ‘Als een robot je een glas water komt brengen, zeg je dan “dankjewel”?’ Ervan uitgaande dat er geen ‘goed’ of ‘fout’ antwoord was, gingen we aan tafel de discussie aan. Voor mij was het snel helder. Stel dat ik net met mijn hoofd onder de tafel hing ‘om iets uit mijn tas te halen’, als de robot kwam, dan zou ik waarschijnlijk toch ‘dankjewel’ zeggen. Gewoon omdat ik een aanwezigheid in mijn buurt zou ervaren, onwetende dat het een robot was. Ik stelde me ook voor dat ik als slachtoffer van een aardbeving, urenlang begraven onder puin, waarschijnlijk ‘dankjewel’ zou zeggen tegen de robot die me ‘als verlengde arm van een reddingsteam’ het water kwam aanbieden om te kunnen overleven.
Bij het bedenken van die voorbeelden kwam in me op dat het gevoel van dankbaarheid meer te maken heeft met een intern proces, terwijl het uiten van deze dankbaarheid naar een ander, en daarmee het tonen van respect aan die ander, een meer extern proces is. Mooie manier om weer iets over mezelf te leren en dankbaar voor deze les zakte ik achterover in mijn stoel om de rest van de keynote te beluisteren.
Toen de antwoorden op deze vraag digitaal getoond werden aan het publiek en duidelijk werd dat circa 75% van de aanwezigen net zoals ik op ‘ja’ hadden gedrukt, liet iemand aan een andere tafel een hard geluid horen van verbazing. Zij zelf had ‘nee’ gestemd en kon zich blijkbaar niet voorstellen waarom de anderen massaal anders gekozen hadden.
Niet voor tere zieltjes
Voor ik het wist zat ik in gedachten weer in de zaal bij neuropsycholoog Margriet Sitskoorn, die tijdens een lezing voor de LBBO een voorbeeld aanhaalde over ‘walging’. Voordat ze een foto met maden erop liet zien, waarschuwde ze de mensen met een zwakke maag dat ze hun hoofd even mochten afwenden. Op de foto werd een man getoond op een brancard. Zijn linker broekspijp was opengeknipt en zijn been leek wel drie keer dikker dan normaal door de aanwezigheid van duizenden kruipende en krioelende larven.
Ik hield mijn adem in, vroeg me af hoe deze man zich voelde op dit ziekenhuisbed. Zou hij zich schamen? Was het pijnlijk? Stonk het? Hoe was hij naar het ziekenhuis gekomen, was er wel iemand bij hem? Terwijl deze gedachten door mijn hoofd flitsen, besefte ik me dat ik naast hem wilde zitten, zijn hand vasthouden en hem troosten, geruststellen en zorgen dat hij voelde dat hij er niet alleen voor stond.
Margriet ging verder met haar lezing en onderbrak mijn gedachten: ‘Ik heb expres deze foto gekozen omdat iedereen hierbij walging voelt. Walging is het gevoel dat je ervaart wanneer iemand ver van je afstaat, iemand met een ander geloof, een andere kleur, ander gedrag. Normaal krijgen je hersenen het signaal ‘dit is een mens’ en ga je je zodanig gedragen. Maar als je walging voelt, zie je hem niet meer als mens. Dan zie je hem als object. Dan kun je van alles doen en zeggen zonder dat je het erg vindt. Dit kun je tegengaan door je te verplaatsen in die ander. Een vraag als ‘Houdt die zwerver meer van bloemkool of van broccoli?’ maakt dat je je even moet inleven in de ander, waardoor diegene even een klein beetje meer mens wordt.”
Een ander écht begrijpen
Ik voelde me tijdens die lezing van Margriet ‘verbijsterd’. Ik had geen seconde walging ervaren en kon me daarom ook niet voorstellen hoe het was voor de rest van de mensen in de zaal. Hoe ik ook probeerde, met geen mogelijk ervoer ik hoe zij de geschetste situatie ervoeren. Maar door die ervaring destijds, waarin ik ‘iets niet had ervaren en het niet begreep’ ontstond er direct een band met de vrouw achter mij aan de tafel. Zij had tijdens de lezing van Ian niet ervaren wat de andere 75% wel voelde en dus had zij met volle overtuiging gekozen om nooit ‘dankjewel’ te zeggen tegen de robot.
Ineens begreep ik haar zo goed, wat je niet voelt en niet ervaart kun je niet begrijpen. Ondanks onze verschillen voelde ik mij daarom verbonden met haar. Zó zou ons onderwijs mogen zijn, opdat we in elke les onszelf én de ander een beetje beter gaan begrijpen!