Wie denkt aan spirituele beoefening, zal speelsheid meestal niet als eerste associatie hebben. Jonge hondjes zijn speels. Kinderen zijn speels. Een pretpark is speels. Maar wie verlicht probeert te raken of zijn ego probeert te strippen wordt meestal eerder gezien als serieus dan als uitgelaten, enthousiast en intuïtief. Dat is vrij logisch. De meeste religieuze praktijken zijn dogmatisch ingericht. Als je iets doet wat buiten hun straatje valt dan hoor je er niet bij. En de filosofie is nu ook niet het meest creatieve en uitbundige beroep dat we ons voor kunnen stellen.

Maar ik vind het wel ongelofelijk jammer. Ik geloof namelijk dat het doel van spiritualiteit bevrijding is. Bevrijding van alles wat je ooit heeft belemmerd, tegengehouden, klein gehouden of op de een of andere manier in een hokje plaats. Door te zeggen ‘hoe’ spiritualiteit eruit moet zien bouwen we als het ware weer een nieuw hokje om de beoogde vrijheid heen. Met regels als ‘je moet wel elke ochtend mediteren’ of verboden zoals ‘je mag niets belachelijk maken’. Terwijl ik denk dat leven je elke seconde uitnodigd meditatief te zijn en de meeste regels en afspraken erom vragen belachelijk gemaakt te worden. Daar leren we alleen maar van.

Laten we dus spiritualiteit niet in een nieuw hokje zetten. Meditatie niet alleen op een kussentje uitvoeren. Yoga niet enkel voorbehouden aan jonge dames met maatje 36 in een kekke legging. Laten we vooral niet vertellen hoe ‘goed’ we zijn omdat we aan spirituele ontwikkeling doen of opscheppen hoe ver we al zijn gekomen. Spiritualiteit leidt ons naar een leven vol keuzes en mogelijkheden. Het leidt ons naar uitproberen, improviseren en experimenteren. Naar lichtheid en luchtigheid. Naar alles omarmen en bij ‘dat wat is’ kunnen zijn. Die vrijheid en doelloosheid… dat is volgens mij precies wat speelsheid in de kern ook is.

We houden ervan dat anderen lekker dwaas zijn en zichzelf voor gek durven zetten. Zelden laten we ons zelf zo zien. Houden we van comedianten omdat we voelen dat lachen belangrijk is om wat luchtiger door het leven te gaan? Voelen wij intuïtief de onschuld van degene die zichzelf voor gek durft te zetten als een pad naar verlichting? We verlangen allemaal terug naar de gelukzaligheid en vreugde die we ervaren wanneer we spelende kinderen zien. We willen weer vol verwondering naar het leven kunnen kijken.

Speelsheid is in mijn ogen in ieder geval de kern van ego-loosheid. Van onbaatzuchtigheid. Zoals de natuur ook onbaatzuchtig is. Oordeelloos. Omarmend. De lucht buiten ons maakt geen verschil tussen een storm of een blauwe lucht en biedt ruimte aan wat er is. Zonlicht speelt met de takken van de boom, of ze nu blaadjes dragen of niet. De zon schittert op dezelfde manier op water in de zee, de rivier of in een eenvoudige regenplas. De natuur velt geen oordeel.

De mens wordt uitgedaagd ook zo te leven. Oordeelloos. Onbaatzuchtig. Wie dat kan is van nature liefdevol, omarmend en speels. Kijk bijvoorbeeld maar naar de Dalai Lama, die is in zijn toespraken eerder geamuseerd en plagend dan serieus en saai. Zijn ogen hebben altijd een lichte twinkeling erin. Spiritualiteit hoeft je dus niet nuchter, saai of serieus te maken. Innerlijk groeien kan ook op een lichte, luchtige manier!

Binnen het Boeddhisme is er een term voor iemand die spiritualiteit beoefent of naar verlichting streeft: de Bodhisattva. Een essentiële eigenschap van een Bodhisattva is ‘lila’, het sanskriet woord voor spelen. De betekenis hiervan gaat verder dan ons woord voor spel. Het verwijst naar de schepping van het universum. het beschrijft hoe alles ontstaat en weer verdwijnt. Lila is je openstellen voor het leven en ‘ja’ roepen tegen alles wat wel of niet komen gaat. Ongeacht wat er gebeurd. Dat te dúrven maakt je niet roekeloos. Het maakt je speels . Je hebt immers niets meer te verliezen en omarmt alles wat er is. Dan ben je hier. Dan leef je tot in je diepste vezels.

In dit licht bezien is spelen dus niet iets wat in onze vrije tijd plaatsvind. Het is niet iets wat je ‘doet’ om weer lekkerder in je vel te zitten. Het is een levenshouding die alles doordringt wat je doet. Die je vraagt los te laten waar je aan vastklampt of naar verlangt. Je vraagt gewoonweg in het hier-en-nu te zijn als een jong, onschuldig kind. Leven gaat niet over het oplossen of voorkomen van problemen. Niet over voldoende geld hebben om in de zomer op vakantie te gaan. Niet over to-do lijstjes of bucketlists. En al helemaal niet over de smaak van bier. Het leven is er om opgevreten en verteert te worden. Omarmd en gekoesterd te worden in alle verscheidenheid. Uitdrukking te geven aan je ware aard en de ander te ontmoeten. Open, eerlijk en innerlijk naakt. Wie dat heeft gedaan kan aan het einde van de rit zeggen; ik heb gekotst en genoten maar elk moment gespeeld met 100% van mijn wezen. En het was elke seconde waard!