Wat denk jij dat er recht tegenover falen staat? Winnen? Het goed doen? Excelleren? Floreren? Nope. Niets van dat alles. Tegenover falen staat vertrouwen! Het gevoel dat je in staat bent om er in de toekomst (toch) een succes van te maken. Het is dat basisvertrouwen dat het gevoel geeft dat je er (nog) steeds mag zijn, ondanks eventueel falen.

Enkele jaren geleden had ik een supergaaf project succesvol afgerond. En ik was heel even trots op mezelf. Maar toen ik erover wilde praten tijdens een feestje, stamelde ik en merkte dat ik snel het gesprek op een ander onderwerp bracht. Het verwonderde me. Ik begreep mezelf niet. En zoals altijd wanneer ik iets van mezelf niet begrijp, ging ik er thuis in alle rust nog eens over nadenken.

Na een nacht of vijf woelen wist ik het ineens. Vanuit het perspectief ‘hoe is het als een ander tegen mij zegt dat ze op basis van dit ene project ‘dús keigoed is in dit soort projecten?’. Ik zou haar dan al snel zien als een opgeblazen kikker die wellicht meer ervaring mag hebben, voordat ze zich ergens ‘goed’ in kan noemen.

De les die ik leerde was een belangrijke; zelfvertrouwen is (als het goed is) opgebouwd uit zaken waarvan we weten dat we ons er redelijk in ontwikkeld hebben en waarvan we weten dat we in de toekomst in staat zijn om gunstige resultaten mee te behalen. En dat was niet het geval bij dit ene project en dús kon ik het niet met zekerheid zeggen. Zo voelde ik dat simpelweg.

Het rottige voor mij is dat de projecten waar ik me in mijn werkende leven in begaf altijd ‘vernieuwend’, ‘bijzonder’, ‘eenmalig’ of ‘innovatief’ waren. Dat maakte de projecten ongelofelijk leuk, maar daardoor wist ik ook niet of ik in de toekomst ook een succesvol resultaat kon neerzetten.

Dat ik niet met zekerheid het succes in een andere tijd, plaats, met andere mensen of verwante activiteiten (of branches) kon herhalen maakte me onzeker. En dat is vrij logisch. Mijn hele opvoeding, mijn onderwijs en banen hebben me geleerd dat ik aan het einde van een (school-)jaar, een vak, een traject mijn kennis en vaardigheden getoetst zou krijgen waarbij er ‘goede’ en ‘slechte’ uitkomsten mogelijk waren.

‘Ingrediënten voor de uitkomst’
Op het moment dat ik leerde over de groeimindset theorie van Carol Dweck, zag ik ineens dat ik al jarenlang de bouwblokken aan het verzamelen was (o.a. in hobby’s als improvisatie en clownerie) om hier in mijn leven mee om te gaan, maar tegelijkertijd geen idee had hoe het toe te passen. De mindset-theorie gaat uit van de mogelijkheid om je  te ontwikkelen en iemand met een groeimindset heeft in die zin dus een positieve houding voor zaken die je niet zo gemakkelijk afgaan. Je zoekt dan bij tegenslag snel naar manieren om toch je gewenste resultaat te behalen. Kies wat je leuk of belangrijk genoeg vindt om je ‘in vast te bijten’ en gelooft dat het behalen van succes mogelijk is. En tot slot leg je minder de nadruk op je gewenste eindniveau en meer op diepgaand en effectief leren, zodat je jezelf kunt verbeteren ten opzichte van waar je nu staat.

Levenslessen tijdens clownerie
Het is exact deze standvastige vorm van optimisme en pure vastberadenheid die de clown (the fool) zijn karakter geeft. Het is je innerlijke kind dat nog niet geconditioneerd is. Dit deel in jezelf omarmen helpt je te accepteren dat je soms fouten maakt en mag vertrouwen op de toekomst. Want wat er ook gebeurd, in de ogen van je innerlijke fool komt het altijd weer goed. Zelfs als dat het niet is. Het is de kunst om jezelf te zijn en niet bang te zijn om te falen. Het vermogen om open en kwetsbaar te zijn en daarom vrij onverwoestbaar. Je mislukkingen op dezelfde wijze te verwelkomen als je triomfen. Dát is een belangrijke levensles!

Het klinkt gemakkelijk maar zo is (en voelt) het bij tijd en wijle absoluut niet. Ik herinner me een moment dat ik een verdiepingsweekend deed bij Ton Kurtjens (mijn eerste docent in dit vak), waarbij ik simpelweg door de grond wilde zakken. Een korte scene speelde ik, waarbij ik iets van de grond zou oppakken en ermee ging spelen. Het stukje ging leuk, ik had plezier en maakte echt contact met mijn tegenspeler. En dus verwachtte ik goede feedback. Met een sprankeling in mijn ogen keek ik Ton aan. Deze zuchtte, wees naar de grond en zei: ‘Aan de manier waarop je het zag en pakte wist ik dat je het al aan zag komen. Je was niet verrast doordat er iets lag. En ik zag niet wat het met je deed dat je het voorwerp ineens aantrof.’ Hij probeerde het uit te leggen maar mijn gedachten zwierven weg. Ik hoorde weinig meer van zijn boodschap.

Inmiddels zijn we jaren later. En begrijp ik wat hij bedoelt. Ik snap nu dat als een clown een ruimte binnenkomt, hij gewoon binnenkomt. En dan wellicht iets interessants ontdekt. En dat je als mens (of in ieder geval ik) een ruimte binnenkomt en wéét dat je dadelijk iets ziet waarmee je gaat spelen. En dus gaat je hoofd dingen bedenken om het logisch te maken dat je dat voorwerp ook ziet. Om je heen kijken bijvoorbeeld , of gericht ‘juist níet naar die plek kijken, zodat je je even later kunt laten verrassen.’ Maar eigenlijk is alles wat je doet opvallend anders van hetgeen je zou doen als je werkelijk niet wist wat er ging komen.

Niet weten wat er gaat komen.. ’n onmogelijke opdracht voor mij als HSP’er?

Hoogsensitieve mensen ontdekken patronen, leggen verbanden, beredeneren wat er gaat komen, wat logische gevolgen zijn, maar óók hoe ze daarop zouden moeten reageren. Mezelf afleren dit te doen leek bijna tegenstrijdig aan mijn eigen persoonlijkheid. Maar het bleek een verrijking te zijn in mijn leven! Juist de combinatie van de mindsettheorie en al spelend ontdekkingen doen in het hier en nu, maken dat ik steeds iets beter kan laten zien wat ik beleef; transparant en zonder filter simpelweg mijn binnenwereld met de buitenwereld delen. In eenvoudige spellen die oogcontact, spiegeling, kwetsbaarheid en connectiviteit aanmoedigen, waren deze oefenuurtjes de ideale voedingsbodem om mijn vertrouwen te inspireren. Het bracht me spelplezier en persoonlijke ontwikkeling. De oefeningen in vergroten/verkleinen, grenzen stellen, duidelijk aangeven wat ik wilde spiegelen en vooral veelvuldig voelen hielpen me om op een duidelijke en ongekende manier echt te luisteren en te denken. Het was mindfulness in beweging, zelfobservatie en aandacht voor de ander ten top, terwijl je tegelijkertijd jezelf continu verteld ‘dat het oké is wat er gebeurd’. De dagen hielpen me om me te richten op wat ik echt wilde en waarom. Niet meer fluisteren, niet langer eisen, maar eerlijk en oprecht zeggen wat je wilt. Wat een fantastische verandering!

Falen is oke? Nou… zo voelt het niet !
Het lijkt zo makkelijk; gewoon als het even tegenzit tegen jezelf zeggen ‘dat falen oké is’. Maar dit weten is niet hetzelfde als het kunnen voelen. Sterker nog; als iets me niet lukt en een ander maakt zo’n opmerking, dan kan ik echt pissed worden! Het helpt dan ook niet om tegen een leerling te zeggen als ie ‘vast zit’ dat dit ‘dus’ geen groeimindset is. Dat weet iemand echt wel. Wat ze op dat moment echter even niet voelen is dat ze ooit in de toekomst wel in staat zullen zijn om het anders te doen, en als ze het al voelen, hóé dat dan voor elkaar te krijgen. Wat helpt op zo’n moment is te zien dat al onze individuele verschillen en eigenaardigheden ons uniek, individueel en mooi maken. En onze wens het ‘goed te doen’ of ‘goed te kunnen’ juist menselijk en dus de liefde waardig.

Want zeg nu zelf; hoe mooi een kampioenschap ook is, met mensen die fantastische prestaties laten zien… zou je met deze mensen ook thuis op de bank gesprekken willen voeren over hun succes? Of zou je willen weten waar zij van balen, waar ze zich onzeker voelen en nog willen groeien? Zou niet juist de expressie van emoties hetgeen zijn wat de ander interessant maakt? Omdat we intenser genieten van een zonnestraal in de kamer wanneer deze intens bewonderd wordt door een ander en we eindelijk kunnen inzien hoe luchtig onzekerheid is wanneer je een ander erdoorheen ziet worstelen. In onze gedeelde menselijkheid, waarbij we dicht mogen blijven bij wat er in ons gebeurd, zonder te veel zorgen te maken over de vraag of het zinvol of het juiste is om te doen, vinden we elkaar. En door elkaar te vinden kun je dit gevoel makkelijker bij jezelf oproepen als je er alleen voor staat.

Zet ook deze stap naar een stoutmoedig leven! 

Terwijl de samenleving van ons verwacht dat we mooi en intelligent zijn, controle hebben over onze emoties en succesvol zijn in ons werk, is het een individuele taak om onbeschaamd je eigenheid te tonen (ook als de wereld die ‘te’ vindt of afwijst) en je emoties en gevoelens te delen met anderen (ook als is dat  ongecontroleerd, intens of overweldigend). En tot slot van de ene mislukking naar de ander te gaan (om uitendelijk succes te behalen natuurlijk).

Wil de samenleving van ons vaak helden van een Hollywood film maken, zo zullen we zelf eerder mogen leren leven met een eeuwig ongemakkelijk en hopeloze gevoel van mislukking. Als je namelijk gaat durven verliezen met de ziel van een winnaar, dan durf je door talloze beproevingen te gaan totdat je uiteindelijk de les geleerd hebt of de oplossing vindt. Hoe meer wij onze struggle tonen aan de mensen die we hiermee vertrouwen, hoe meer zij ons daarom zullen mogen. Het is het delen van menselijk streven en de emoties die ermee gepaard gaan, waarin een sfeer van vertrouwen ontstaat. Een omgeving waarin wordt vastgesteld dat er geen oordeel is (van anderen en van zichzelf door anderen), geen vergelijking, geen systematische poging om te intellectualiseren wat er is gebeurd. Enkel een omgeving waarin we uitdrukking durven geven aan wat er met ons gebeurd. Een woord, een lach, een blik, een traan zegt dan soms meer dan duizend woorden. En het is deze vorm van creativiteit waarin de eigenheid wordt waargenomen en gewaardeerd.