Meditatie wordt vaak gezien als een manier om minder last te hebben van stress, als techniek om meer gefocust en effectiever in het leven te kunnen staan. Het wordt als het ware ingezet om onszelf, ons lichaam en onze ervaring te leren beheersen. En het werkt! Niet voor niets is ‘op een kussentje zitten’ zo ongelofelijk populair. Je hebt minder last van overprikkeling, wordt rustiger, meer contemplatiever en vind rust in jezelf. Maar wat we verliezen op dit moment is onze eigen somatische ervaring van de werkelijkheid.

Ik heb geleerd dat er binnen de Boeddhistische traditie twee verschillende manieren van meditatiebeoefening onderscheiden. De eerste methode, degene die verreweg het meest in het Westen wordt onderwezen, is gebaseerd op het functioneren van de linkerhersenhelft. Bij deze benadering leer je hoe je dient te mediteren en waar de beoefening toe dient te leiden zodat je meer kalmte ervaart of lekkerder gaat slapen. In de neurowetenschap noemen ze dit ook wel een ’top-down’- proces of endogene controle. Wanneer we een emotie beschrijven die in ons is komen we in de linkerhersenhelft terecht. Iedereen kent bijvoorbeeld woede of angst. En je begrijpt waarom een ander iets kan voelen in een bepaalde situatie. Dat wat ervaren wordt is verhalend te beschrijven en is herkend.

Een andere meditatiemethode – minder bekend maar meer geavanceerd – is gebaseerd op het betreden en identificeren van het fysieke lichaam, inclusief het neurologische netwerk (wat ook wel het ‘felt sense’ genoemd wordt). Deze somatisch gebaseerde meditatie zou in neuropsychologische termen gekarakteriseerd kunnen worden als een bottom-up benadering, waarbij alle verschijnselen die van nature en spontaan ontstaan, zoals gevoelens, sensaties, intuïtieve ingevingen of herinneringen, op een directe, volkomen frisse, onmiddellijke en naakte manier in het bewustzijn komen.

Dat wat op deze wijze in het bewustzijn komt is niet makkelijk te beschrijven. Je hebt niet zo snel iets van “zou jij je ook niet zo voelen als dit jou overkwam?” Eerder moeten manieren om te uiten wat je ervaart elke keer opnieuw gevonden worden, omdat de verschillende aspecten die meespelen elke ervaring weer anders zijn. In feite is wat je voelt elke keer weer nieuw. Bezorgdheid is geen standaard bezorgdheid, het is het specifieke gevoel van bezorgdheid wat ik vandaag voel. Wat me uitnodigt om er even bij te blijven, het te omarmen in zachte aandacht. Nieuwsgierig te worden naar hoe het voelt. En op te merken dat het vanzelf ook weer verandert. De kwaliteit van onze gevoelservaringen ligt namelijk niet vast, die varieert op elk moment. Vanuit deze benadering is het dus ook niet nodig te begrijpen wat er precies in je leeft of het in woorden te omvatten.

Het is deze laatste methode waarmee ik werk. Zelf heb ik weinig met traditioneel meditatieonderwijs, maar ik hoor van velen dat het lastig is om meditatie (dagelijks) vol te houden en dat de resultaten op de lange termijn tegenvallen. Wanneer je echter leert om tijdens alledaagse ervaringen in de somatische, bottom-up, belichaamde ervaring te zijn dan werkt meditatie op een heel natuurlijke en moeiteloze manier door. Ook wanneer je er niet bewust tijd voor vrijmaakt. Je hebt geleerd om te zijn met dat wat er aan ervaring te ervaren is en ontdekt vanuit de verbinding die je ermee maakt de voor jou diepere betekenis.

Door de controle los te laten en volledig in de ervaring te gaan, kunnen we gebruik leren maken met de intelligentie van onze ware natuur. Het lichaam wordt een bron van informatie die veel verder kan gaan dan ons conceptuele denken. Je kunt de dingen zien zoals ze zijn, situaties onbevooroordeeld instappen en en mensen zien in hun volheid en totaliteit. Het leven voelt speels aan. Tegelijkertijd begin je ook te herkennen wanneer je niet embodied in een ervaring bent en in je denken opgaat. Je wordt ietwat gevoelloos, trekt je terug in jezelf. Je raakt gespannen of voelt je alsof je vaste grond bent kwijtgeraakt. Je moet hard werken, oplossingen vinden, iets doen om weer oké te zijn. Omdat je de eenvoud en directheid van je lichaam hebt ervaren voelt een puur conceptuele en gefilterde ervaring gewoonweg niet meer zo goed.

Je ontdekt dat je moeilijke of uitdagende situatie het beste kunt aanpakken door terug te keren naar je lichaam en ernaar te luisteren. Je wordt je eigen coach. Je leert jezelf te helen. Een belichaamde, geaarde en open manier van leven wordt je nieuwe realiteit. Dat is wat ik in mijn opleidingen doorgeef middels spelen en improviseren. Wanneer je tot hier ‘jajajajajaja’ had en nu toch milde spanningskriebel in je lijf voelt omdat je niet zo bekend bent met improvisatie, onthoudt dan dat ik impro niet gebruik om te performen. Je hoeft dus niet ‘grappig’, snel of slim te zijn.  Spelen doe je bij mij immers nooit voor de ander, je doet het voor jezelf!

Hier heb ik het liever niet over: nummer, act, show, script, scenario, performen, voorstelling, speels leren of gamification. En ook niet over overlevingsmechanismen, gedragsverandering of de inhoud van wat jij mogelijk ziet als ‘problemen’.

Dit zijn woorden die ik gebruik: spontaan, creatief, speels, losgaan, uitproberen, experimenteren, authentiek, mindful, intunen, contempleren, innerlijke wijsheid, menselijkheid, Zijn en plezier.

Improviserend spelen is trouwens ook het enige waar je beter in kunt worden terwijl je tegelijkertijd je ego steeds minder belangrijk laat zijn. Het laat je voelen dat je alles hebt wat nodig is om te creëren, te maken en ontwikkelen. Wanneer je daarmee samenvalt voelt het leven als spelen. Dan voelt het leven vrij. Overvloedig. Gemakkelijk. Dan voel je: ‘ik ben thuis’.